Dragelijke hel

Vanuit de hoek van zijn oog ziet hij haar staan, met hangende schouders, de buik licht naar voren, staat ze op de brug en kijkt naar het zwarte water waar een zwaan zwemt die reikhalsend haar aandacht probeert te trekken. Ze staart naar het water en knikt. De zwaan verdwijnt onder de brug. 

Hij heeft haar al vaker zien staan, maar durft haar niet te benaderen om haar naam te vragen. Hij noemt haar Helga. Waarom weet hij niet.

 

Beschadigde vleugels

Hij kermt onder haar. Ze is bovenop hem gaan zitten en duwt hem met beide handen in de kussens. Het is geen spel. Haar warme dijen omklemmen hem met een kracht die hij niet had verwacht van een vrouw. Hij probeert zich oprichten, maar hij kan alleen zijn hoofd bewegen. Ze kust hem hard op de mond, hun tanden raken elkaar, ze zuigt alle lucht uit zijn longen, richt zich daarna op en als hij naar adem pobeert te happen, slaat ze hem hard op zijn wang. Hij wil wegrollen maar zij houdt hem tegen door met haar volle gewicht op hem te gaan liggen. Hij voelt haar zachte borsten, haar lange blonde haren bedekken zijn gezicht, ademhalen gaat moeilijk. Hij schopt met zijn benen, maar komt niet vrij. Haar ademhaling is zwaar en hij ruikt haar zuren adem. Ze duwt haar onderlichaam tegen zijn geslacht, en begint op en neer te bewegen. Tegen zijn wil voelt hij zijn lul harder worden onder haar gewicht. 

Deinende golven

Hij ziet haar buik op en neer gaan, steeds sneller gaat ze ademhalen, ze schokt en spartelt met haar benen, hij kan niets doen. Als verstijft staat hij in de hoek van de vrijwel lege slaapkamer naar haar te kijken. In haar mondhoeken verschijnt wit schuim, ze baast belletjes. 

Niet begrepen

Het doet hem niets. Hij kijkt naar haar naakte lichaam. Zijn ogen tasten haar huid af naar een glimp van verwondering. Hij hoopt dat haar tepels hem in beroering zullen brengen, iets in hem wakker maken dat al lang geleden is ingeslapen, gedoofd. Als hij aan die andere vrouw denkt, springt zijn hart op en verstokt zijn adem. Hij kijkt naar haar verstilde lichaam, ze snurkt zacht, haar mond staat half open. Hij weet dat het niet lang meer zal duren voor hij haar gaat verlaten.

De met zonlicht overgoten laadbak

Het is de dagelijkse hel waarin hij wakker wordt en het liefst zou hij meteen weer gaan slapen.