Film zonder beelden: waar het allemaal begon

Film zonder beelden is een project waarbij de geluidstrack eerst gemaakt wordt en daarna pas de film wordt gedraaid. Deze aantekeningen, schetsen zullen de basis vormen van het scenario. Elk audiostuk, vertegenwoordigt een scene of een thema in de film.

Het zou mooi zijn als het verhaal met een 'big boom' zou beginnen. Er is geen voorgeschiedenis. Er is geen voorkennis. Referenties zijn er niet. Het beeld moet refereren aan iets dat nog niet bestaat, alleen aan wat zal komen, want dat zal een bouwstuk zijn van het voorgaande. Ergens middenin vallen. Je valt, als het ware in het beeld van dat moment, die ene gebeurtenis die bepalend is voor wat komen gaat: een ijkpunt, een frame, een constellatie. De voorgeschiedenis is van later zorg.

[Altijd zal de toeschouwer willen refereren aan wat hij kent van zijn eigen of algemene geschiedenis (fout of goed, waar of onwaar)

Laten we hier beginnen: het 'hier' is moeilijk te definiëren nog, eigenlijk zou ik de omstanders moeten vragen waar we zijn, maar zij lijken me niet erg toeschietelijk en ik durf hen niet benaderen, zonder eerst te weten wat hun bedoelingen zijn. Ze lijken op het eerste gezicht niet kwaadaardig, staan zwijgzaam toe te kijken hoe ik voort ploeter door het mulle zand.
De bagage op mijn rug is zwaar en met elke stap die ik neem, lijk ik dieper in het zand weg te zakken. Hier is vooral heet en droog, er is weinig begroeiing en derhalve geen beschutting tegen de felle zon die aan een strak blauwe hemel staat te branden. Omdat er geen voorgeschiedenis is, weet ik niet waarom ik hier ben. Ik had ook elders kunnen beginnen. Wel zie ik een lang spoor in het zand achter me, maar waar ik vandaan kom weet ik niet en waar ik heen ga evenmin. Misschien ben ik al waar ik wezen moe?. Maar hoe weet ik waar ik moet zijn? Ik vind het niet prettig doelloos te zijn, onwetend, en de omstanders helpen ook al niet mee.

In de verre omtrek is niets dan zand te zien, geen spoor van bewoning, bomen of een andere beschutte plek. Waar wonen deze mensen? Het zou me niet verbazen dat als ik met mijn ogen zou knipperen, ze verdwenen zouden zijn. Misschien zijn ze er evenmin, net als ik. Misschien ben ik helemaal niet in deze woestenij. Maar op dit moment heb ik niet veel aan deze constatering. Het dagboek dat ik onderin de rugzak vind, is nog onbeschreven en ongedateerd. Ik heb kleding, keukengereedschap, een flink reservoir water en allerhande proviand, waarvan ik niet weet of het voldoende is voor de reis, want ik heb geen idee hoelang de reis nog zal duren. Is er een reis of ben ik er al? Het is een onzinnig vraag, want als ik om me heen kijk, ben ik nergens. Lucht, zon, zand. Komt er een einde aan deze zee van zand? Ik zou ergens moeten zien aankomen, dan ben ik tenminste ergens en niet zo onbestemd. Een arriveren zou me zeer opluchten.

De zon niet lijkt te bewegen. Ze staat hoog aan de hemel en al zolang dat ik door het zand slof, heb ik geen verandering waargenomen. Ik kan geen richting bepalen. Misschien loop ik in een weide cirkel, hoewel het spoor achter mij, er ogenschijnlijk recht uitziet. Heeft het zin om op mijn schreden terug te keren? Of ben ik al te lang onderweg en zal ik het spoor terug niet kunnen volgen omdat het verwaaid is?

Het opwaaiende zand brandt in mijn ogen. Mijn huid wordt gezandstraald. Ik wikkel een doek om mijn hoofd. De zandstorm laait op, er ontstaan her en der wervelwinden. Het geraas van het zand is huiveringwekkend. De zon wordt verduisterd door de zandwolken die tot grote hoogte opwaaien en worden meegevoerd. Het is koud.

Het opstuwende zand heeft mijn benen gevat. Een slechtere plek om te sterven kan ik mij niet indenken. Als er geen verleden is, hoe kan er dan een toekomst zijn? Het één ligt in het verlengde van het andere. Er is hier alleen maar zand en een groep zwijgende mensen die er niet lijken te zijn.

Ga ik hier dood?  Waarom zou ik in verhaal verschijnen en dan op pagina x overlijden.