Vuurtje?

Voor mij staat een vrouw. Ze heeft een sigaret in haar mond.
Haar lippen zijn rood geverfd, sensueel. De sigaret brand niet.
Haar ogen vragen om vuur.

Ik kijk snel om mij heen of er iemand is met vuur. Niemand, ik zal het moeten doen. Mijn hand zoekt in mijn zak.

Een paar munten, papierenzakdoekjes, een sleutelbos, een giromaatpasje, een propje, een pakje sigaretten,

Een doosje (zonder inhoud), twee knopen, Een damesslip, lippenstift (beiden van mijn vriendin!),

Een speelgoedautootje (van mijn zoon), Een rubber ring (herkomst onbekend), Een aansteker.

Een aansteker!