Been I : (Scenario)
BEEN I
ZOOM IN
1. INT. THEATERZAAL
Gesloten gordijnen voor een groot podium. De theaterzaal is afgeladen, mensen hangen over de balustrade, er wordt luidruchtig gepraat en gezongen, hier en daar vindt een ruzie plaats. Het zaallicht gaat uit, de gordijnen gaan open. Daar staan een Eenarmige ballerina en een gestoorde clown op het podium, tussen hen in staat een been, gekleed in een zwarte pantalon bloekspijp met een zwarte lakschoen.
CLOSE
2. INT. PODIUM
We zien de clown en een ballerina buigen voor het over-enthousiaste publiek. Men is uitzinnig, applaus klinkt en geschreeuw.
ZAALPUBLIEK
(scandeert)
Been I Been I beenI
3. INT. DE CAMERA ZWENGT OVER HET PUBLIEK
Een bont gezelschap van extravagante types. Varieté, beau monde, in de zaal. Over het balkon hangt het klootjesvolk zogezegd, minder fraai wel luidruchtig. In de nok zitten de studenten.
STUDENT I
(honend)
Ben ik daarvoor gekomen?
STUDENT II
(Kijkt blij naar het podium en waait de opmerking weg)
Kijk dan toch! Zie je het dan niet? Het is Been I. Het been der benen.
STUDENT II
(Kijkt half geïnteresseerd over de reling en neemt een slok bier)
Nah!
4. INT. PODIUM
We zien weer het drietal op het podium het applaus in ontvangst nemend. De ballerina danst, de clown trekt grimassen en het been stapt parmantig heen en weer. Er klinkt feestmuziek uit een oude grammofoon.
5. INT. CLOSE
Een draaiende plaat (78 toeren)
ZOOM UIT
6. INT. PODIUM GRAMMOFOON
Een grammofoon met grote zwarte hoorn.
7. ZAAL
CLOSE
Twee mooie jonge vrouwen staan in de zaal bij het podium en kijken verrukt op.
VROUW I
(verzucht)
Hij is geweldig
VROUW I
(beaamt hevig bewegend)
Jaa, hij is onwijs geweldig, ...
(ze gilt luid)
VROUW I(schrikt)
Pas op! Dadelijk komt hij naar ons toe!
VROUW II
En? Dan komt hij toch.
VROUW I
(verongelijkt)
Weet je dat dan niet?
8. CAMERA ZWENGT EN STOPT CLOSE
9. INT. ZAAL PUBLIEK
Mensen dragen kleine benen met zich mee, hier en daar zie je een beenwandelstok, of een button en spelt met een klein been erop. Het publiek blijft uitzinnig van vreugde.
10 INT. COULISSEN TONEEL
Een zwarte potkachel met gloeiende kooltjes. Knetterend geluid.
11. INT. PODIUM
De ballerina danst. de Clown loopt rondjes met het been aan zijn zij.
ZAAL PUBLIEK
(In verukking, bijna fluisterend)
Staandebeens met derde been. Staande beens met derde been. Been één, waar gaat dat heen?
12. INT. ZAAL
Een vrouw valt in katzwijn. Mensen steken hun handen in de lucht.