De epidemie

Wat niemand wist, maar wel geweten had kunnen zijn, was dat toen de eerste golf  zich openbaarde in al haar hevigheid zo overweldigend was en zoveel stof deed opwaaien dat iedereen vergat dat er tekenen geweest waren: eerste uitbraken, kleine berichten in de courant, geruchten, vrezen die snel vergeten werden. In een toneel van welvaart en geluk, -onaantastbaar geluk-, slaat een onbekende vijand toe. In korte tijd liggen de straten vol opgestapelde doodskisten en lijkzakken en in parken worden op brandstapels lijken verbrand.

Iedereen trekt zich terug achter de luiken, bang voor een besmetting met de onzichtbare vijand. De massa zieken die verlamd de sfeer bepaalden blijft groeien en het aantal dat bezwijkt aan de koorts en uitdroging loopt dagelijks op.

De overheid bepaald per decreet dat alle communicatiekanalen worden gebruikt ter vermaak van het volk, zodat men niet hoeft bewegen, maar in de veiligheid van eigen haard de vijand af kan wachten en liever buiten de deur te houden. De IJkmeester bepalen dat een ieder, tenzij noodzakelijk voor beroepsuitoefening, per dag niet meer mag reizen dan zijnde 3 kilometer, men dient binnen te blijven en rust te houden. Voedsel en drank zal worden gedistribueerd, openbare gelagkamers worden gesloten en er heerst een samenscholingsverbod.
 
Mensen die het hout om hun lijken te verbranden niet kunnen betalen stelen brandstapels in de parken door deze vervroegd in brand te steken. Lijkklachten worden niet meer gebezigd want  tijd is niet om stil te staan: lijken dienen begraven te worden, treuren is er niet meer bij omdat men zelf slachtoffer is.

Een massa van zieken verspreid zich over het land. In de stad heerst de dood. De gemeenschappelijke vijand dient individueel te worden uitgevochten en zij die overleven rijzen boven de massa uit, slechts zij die van de ziekte genezen kunnen vrij bewegen, want de ziekte krijgt men niet een tweede keer, en zij die genezen verblijdden door het idee van onsterfelijkheid, eeuwige gezondheid en kracht. En zij sporen de zieken aan kracht te verzamelen en de onzichtbare vijand te verslaan.