De gebroken nagel (versie 2)

Alleen wereldsterren brengen hun eigen concertvleugel mee.

Onder het podium staat op zijn kant, gevangen tussen muziekkoffers en lessenaars, nog in de kist geborgen, haar concertvleugel. De vleugelpiano is uiterst stabiel vervoerd, onder de beste omstandigheden, klimaat geregeld, dubbelwandig en in de kist wordt de vleugel met hoog technologie, hydraulisch in balans gehouden. Het is ook niet zo maar een instrument. Besluiteloos staat Khatia naast de kist, ze controleert nog maar een keer de instellingen van de klimaatbeheersing. Ze wil de vleugel niet alleen laten staan, het liefst zou ze het nu uitpakken en op de poten zetten, want te lang op zijn kant staan is niet goed; bij teveel spanning op de kast kan door de minst geringste verstoring de piano ontstemd raken, en dat mag niet gebeuren. Zeker niet. De vleugel is slechts een keer gestemd en hij moet in stemming blijven. De pianobouwer heeft de beste stemmer in dienst genomen om in een keer de piano te stemmen, met de grootste perfectie in de beste omstandigheden. En daarna mag er geen stemsleutel meer aan te pas komen. Khatia eist van de vleugelpiano het hoogste niveau en dat is wat hij haar geeft. Ze betast de kast en hunkert. Ze zou haar heupen tegen de kast aanschurken, als ze niet net iemand het podium boven haar hoort oplopen. Ze weet wie het is.

Oké, ze weet ook dat ze dramatisch hysterisch is, dat ze grillen heeft, -maar wie heeft die niet-, en -waarom zou ze die niet hebben-, - als zij zich er prettig bij voelt- en ermee kan presteren, waarom dan niet? Voorwaarde is dat ze moet spelen. Ze moet de vleugel uit de kist halen, iemand moet haar helpen de vleugelpiano rechtop te zetten, ze heeft de kracht niet om het alleen te doen. Naast dramatisch hysterisch namelijk, is ze ook dramatisch moe, het was een lange reis en ze wil slapen, maar als ze niet speelt, zal ze er later spijt van krijgen. De morgen zal niet aangenaam zijn. De kist vibreert een beetje, ze weet dat ze nu niet te lang moet wachten met het openen van de kist, ze moet bij hem blijven, nee ze moet hem bevrijden, hem los laten, laten ademen, hij verstikt in die positie. Waar waar ze vooral bang voor is, is dat de vleugel haar onwelgevallig zal zijn, als het uit de behuizing, onder het podium wordt gezet. Ze kan niet voorspellen in wat voor bui hij zal zijn. En of hij accepteert dat hij nog niet op het podium staat. Hij is altijd stabiel, maar met een zekere afstandelijkheid, als hij slecht behandeld wordt is  hij ronduit onbespeelbaar voor diegene die het spel niet goed beheerst, de pianovleugel is dan onberekenbaar, ook voor haar en om het vertrouwen terug te winnen zal ze moeten presteren, de vleugel dwingt haar.

Gehaast rent zij naar de podiumtrap, maar halverwege bedenkt ze zich. Ze kijkt om en voelt de spanning. Zijn aanwezigheid. Ze keert terug. Op het podium loopt iemand heen en weer, ze kan wel roepen, maar hij zal haar niet horen, en weg van de vleugel kan ze ook niet. Dat mag niet. Ze klemt zich vast aan de kist. Dan opent ze een bedieningspaneel, toetst een code in en de kist lijkt tot leven te komen. Er komt een sissend geluid van onder de behuizing vandaan en binnen in de kist hoort ze het ontgrendelen van de zegels. Ze mag hier nog niet aankomen (contractueel). Maar ze moet spelen. Voor het te laat is. Heel langzaam opent zich de kist, waar de vleugel vrij in de ruimte door hydraulische persveren in balans wordt gehouden. De vleugelpiano komt na een laatste trilling tot rust. Waarom komt niemand haar helpen? Ze stampvoet. (...)

Overmorgen kan ze pas in de grote zaal spelen. De vleugel moet nu betast worden, hier. Aan een nukkige vleugel heeft ze niets. De klep moet open, er moet geluid uit. Ze weet dat ze niet alleen de vleugelpiano rechtop kan zetten. De poten kan ze eraan draaien, maar daar blijft het bij. Er zijn minstens 6 volwassen mannen nodig om de vleugel op te tillen. En dan nog weet ze niet zeker of hij bespeelbaar is. In ieder geval kan zij, nu dat de vleugel bevrijd is op zoek gaan naar hulp. Op het podium is niemand meer, de lichten in de zaal zijn uit, in de coulissen hangt nog sigaretten rook, maar er is niemand te bekken. En even later in de kleedkamers is er ook niemand te vinden die haar hulp kan bieden de vleugelpiano rechtop te zetten. Wanhopig met haar hand bij haar voorhoofd slaakt zij een zucht, er is niemand in deze wereld die haar kan helpen. Het duurt even voordat zij de uitgang heeft gevonden om er achter te komen dat ze is ingesloten.

Tags: