De Taal der Dingen II
Alvorens te zien eerst voorover buigen
soms een kort knikje
Uit eerbied
of
Zomaar, want:
De dingen verkeren
Niet zo
Maar anders (zo anders!)
De dingen zijn waarachtig
De dingen zijn oprecht
Dat is wat de dingen zijn
En nog veel meer
Bijvoorbeeld ook:
De dingen zijn altijd goed gezind
Dingen gebeuren
Dingen zijn
Dingen zijn dat wat gebeurt
Wat altijd gebeurt (ook nu)
Dat (vaak veel meer)
Ontelbaar
En veel meer
Dat wat gebeurt
Wat nooit zal gebeuren
Dat het is, het ding
Dat ze er zijn, de dingen
Altijd
Wat het is
Wat ze zijn
Niet zozeer
Wat ze doen (onbelangrijk)
of
Wat ze willen, de dingen
Dat doet niet ter zaken
Dat het er niet is (het ding)
Dat ze er niet zijn (de dingen)
Er is nooit teveel
Er is altijd meer
Nog een ding
en nog een
Meer nog, want dat gebeurt
De dingen.
De dingen daar (of hier)
De dingen hier (of daar)
of niet
Ze zijn wat ze lijken
Ze zijn wat ze niet lijken
Dat is wat ze zijn
Ook
andere dingen
en meer
Dat is het lot der dingen
Dat waar de dingen zijn
Ook dingen gebeuren.
Reactie toevoegen