Een traan rolt over de blozende wang
Klampt zich vast aan een trillende bovenlip
Denkend aan mijn vader
Het ligt voor mijn voeten op de grond, ik kijk ernaar, maar zie het niet.
Ik weet dat het daar ligt, vraag me niet waarom of hoe ik dat weet.
Het ligt er te wachten om te worden opgeraapt, door mij alleen.
het gaat natuurlijk ergens over
mijn lippen verstijven
tong tegen binnenkant tanden
afwachtende pose op vergeelde foto
een lach, een schimp, een oog
de stemmen staken abrupt
ongewoon handige duikvlucht
buiklanding in het zacht gras
de sprietjes tussen jouw tenen
rand van je bloemige rok
rafelig mooi en luchtig
speling tussen je dijen
warme handen, zachtjes knijpen
een kir, een zucht, gelatenheid
Ik heb geen mening.