De Taal der Dingen I
(Dingheid is de onaangename gewaarwording dat waar onze eigenwaan ophoudt, onze straf begint, Julio Cortazar)
Anders:
Mogelijkheden (ontelbaar)
Simpelweg mogelijkheden
en
Verafgoding van het Grote
of
Van het kleine
Maar vooral:
De Tijd
en
Verlangen
of
Verdragen
van
De werkelijkheid (een klein deel maar)
Een plein (zonder mensen)
Een straat (zonder klinkers)
Een rij huizen
Een groot gebouw (voor zaken)
Een stukje van een vinger
Een teennagel (gelakt?)
Een haar (met wortel)
Maar dan:
De demonen (duister)
Het kwaad (zwart)
De ergernis daarom
Een verloren horloge
Een vergeten afspraak
De herinnering aan het goede
Een tanend verlangen
Voorbij de huizen
Achter de dijken
Het eind van een straat
Het horloge tikt aan de verkeerde arm
en
Net onder de dakgoot
Een open raam
Neen, niet meer dan:
Raam
of
Gevelrand
Fraai
of
Aangetast door de tijd
Het licht breekt de werkelijkheid
Een stoeprand
Een voet
Een leeg conserveblikje
Maar vooral:
Kleur (veel kleur)
en
Zwart
en
Wit ook
Niet altijd loert het verzet
Maar wel:
Plotseling een ding:
Een scherp mes
of
Een kleine steen
Geen dier
Een afgebrande lucifer
Een hoed (m/v)
Later wel
Dan wel
Een verleden
Een terugkeer
Een overbodige herinnering
Want:
De Tijd
en
Boosaardige gedachten
of
Een bezigheid
Meer:
Een onbeduidend zijn
Zonder verlangens
of
Zonder wensen
Een maatloos ritme
Anders
Anders dan
Bij voorkeur dit:
Want het volgende
Want:
De Tijd (ongeëvenaard anders)
Altijd weer
Een zichzelf repeterende voorstelling
Een weerkerend thema
Bronskleurig
of
Blauw (hemels)
Het kantelt
of
Valt
of
Stijgt
of
Niet
Het wentelt traag
of
Meer het plein (met mensen)
Meer de straat (met asfalt)
De kringen in het water
Een pluisje op een jas
Neen
Een tegenstelling vooral
met
Lage tonen
Een aanhoudend gezoem
en ook
Een fluitend meisje (op een fiets)
Een meegaande beweging
Maar vooral:
De Tijd
Stromend langs de ramen
Nestelend in een deken
Verborgen in een kofferbak
En ook
En ook:
Stemmen
Bewonderend
Want
Het gevaar wijkt gestaag
Een zachte dreun
Een verend geluid
Gebroken wit
Traag een sigaar opsteken
Een huis verlaten
Wijn verspillen
Een zachte dreun (iets luider)
Een verend geluid
Gebroken wit (en grijs)
De tafel dient een doel (of twee)
Een rug om op te zitten
Kleur verschijnt in ene
Een doffe dreun
Een verend geluid (plus kraak)
Gebroken wit (en grijs)
Plus:
Merkbaar verrast (onrechtmatig)
U
En ik ook
Wellicht ook anderen
Open de deur
Een karig maal
Zure wijn
En daar is het weer:
Een vaag bewegen.