Het is natuurlijk al lang tijd dat ik eens vertel wie ik ben. Waar mijn kribbe heeft gestaan zogezegd. Maar oh zo eenvoudig is het niet. Want waar heeft mijn kribbe niet gestaan? Uit duizend moeders ben ik geboren en allemaal eensgelijk, ben ik hun gelijkenis en draag ik hun innerlijk vuur. En uit duizend vaders ben ik voortgekomen en ook van hen heb ik, wat mij maakt, hoe ik gevormd ben. Het is dus niet vreemd dat ik enigszins verward over kan komen.
Nieuw
De teksten op deze website worden regelmatig bijgewerkt en gecorrigeerd.
Ik ben niet een tevreden mens. Op het eerste gezicht zal men mij beoordelen als een kalme luisteraar, een denker, een filosoof misschien.
Het was hem niet eerder opgevallen. Maar nu hij het ziet, realiseert hij zich dat hij altijd al geweten heeft, dat het er was. Het zou ook geen verschil gemaakt hebben waarschijnlijk als hij het eerder had geweten.
Nu kijkt hij naar de overzijde en ziet haar staan. Ze wuift naar hem. Met haar sjaal. Hij huivert.
Indertijd had het allemaal zo gewoon geleken. Alsof iedereen deed wat ze hadden voorgenomen. Wist hij veel, niemand had hem ooit verteld hoe het moest, hoe je met een vrouw samen bent zonder haar gevoelens te kwetsen.
Er is geen ander moment mogelijk.
Om een of andere reden weet ik het onderwerp van gesprek te veranderen. De disgenoten hebben het eerst niet door, maar ik weet het onderwerp te verschuiven en raak de intieme kant, waar niet iedereen op zit te wachten. Sterker nog, enkele tafelgenoten schuiven hun stoel naar achter en maken aanstalte van tafel op te staan. Ik dwingt hen met mijn ogen om te blijven zitten. Onrustig draaien zij in hun stoel, maar gehoorzamen aan mijn zachte dwang.
'De waarheid ligt ergens in het midden' hoor ik mijn moeder nog zeggen tijdens een meningsverschil. Alles goed en wel, waar is het midden? Als alle kanten belicht zijn? Is waarheid zoiets als collectieve subjectiviteit? Een afspraak?
Het is niet een aangenaam beeld, hij wil liever niet kijken, maar hij kan zijn hoofd niet afwenden; het begint altijd ergens onbestendig, soms gevat in een eerste zin of een beeld, je weet niet waar je bent, maar het begin is er; je kijkt om je heen om je te oriënteren, maar niets heeft enige houvast of enige relatie, dat kan ook niet, want je weet nog niets, want je bent nog niets, niets van betekenis; je bent als een baby die net uit de schacht geworpen is, de moederschoot verlaten heeft, je zou willen huilen, maar je kunt nog net de eerste wanhoopssnik inslikken en duizelen.
Ik zou graag slechts één ding willen zijn
EEN - als het zou kunnen
Zonder beslommeringen
Onderdeel van een geheel
Met een gezamenlijk doel
Maar zonder bepaalde richting
Niet tanen, voortgang is geboden
Niet over de schouder kijken
Geschiedenis is vluchtig
Het nu bestendigt
Het ware is besloten in het kleine
En overal waar ik loop
Zie ik lege handen
Kleine bewegingen maken
Ik draag een kind de straat over
Het huilt zachtjes
Gaandeweg wordt de wereld zwarter om hem heen. Het sprankje hoop dat hij nog heeft, dooft langzaam, maar hij wanhoopt niet. Was dit het dan? Was dit het moment waar hij naar uitgekeken had? Het moment dat hij had gevreesd.
Hij gaat er nog maar eens verzitten, zijn handen gevouwen in zijn schoot, zijn hoofd voorovergebogen alsof hij in slaap is gedut, aandachtig luisterend naar zijn innerlijke stem. Maar er komt niets. Hij is gedachteloos. Hij denkt dat hij zou willen denken, maar niet wat hij zou willen denken. Laat de gedachten maar komen. Maar hij is beland bij een einde.
Het ligt voor mijn voeten op de grond, ik kijk ernaar, maar zie het niet.
Ik weet dat het daar ligt, vraag me niet waarom of hoe ik dat weet.
Het ligt er te wachten om te worden opgeraapt, door mij alleen.
De dorre heidebloemen verstarren bij het avondlicht, mensen verzamelen zich om de horizon af te turen, er gedragen zich vreemde bewegingen en de vloed die zich had aangekondigd met een zwerm rode v